Twents Oorlogsmuseum Home

PLUTO

Nadat de Geallieerden in de loop van 1943 de overhand in de strijd in de Atlantische Oceaan hadden gekregen, lag de weg vrij voor de opbouw van grote aantallen troepen en kolossale hoeveelheden materieel in het zuiden van Groot-Brittannië. Tussen januari en juni 1944 werden 800.000 manschappen en negen miljoen ton materieel vanuit de VS over de Atlantische Oceaan verscheept om de invasie, onder de codenaam ‘Operation Overlord’, voor te bereiden.

Om de gevechtscapaciteit te behouden had elke divisie behoefte aan 700-750 ton materiaal per dag, ofwel in totaal 20.000 ton. In deze mobiele oorlog was vooral veel brandstof nodig; de voertuigen aan de frontlinie verbruikten zo'n 800.000 gallons per dag.

Het PLUTO-programma (voor Pipe-Line Underwater Transport of Oil) werd in 1942 bedacht door Britse ingenieurs, in samenwerking met geallieerd militair personeel, om te voldoen aan de brandstofbehoefte van de strijdkrachten als onderdeel van een amfibische operatie. Het doel was om na de landing in Normandië een onderwaterpijpleiding over het Kanaal tussen Groot-Brittannië en Normandië aan te leggen. Het bijtanken door de olietankers was onderhevig aan weersveranderingen en mogelijke aanvallen van Duitse onderzeeërs.

Laying the pipeline: a Conundrum being moved into position into a specially constructed dock in preparation for the winding on of the pipe.

Operation Pluto – location of pipelines

Details

A Conundrum is towed across the English Channel laying out pipe to Cherbourg

As the fighting moved on to Germany, Dumbo was connected to an inland pipeline system that was extended from Boulogne to Antwerp, Eindhoven and ultimately Emmerich. Dumbo surpassed its target of 1 million imperial gallons (4.5 million litres) (about 3,000 long tons (3,000 t)) per day on 15 March 1945, and by 3 April the Dumbo lines were delivering 4,500 long tons (4,600 t) a day to the Rhine.[47] New lines continued to be laid, the last one being laid on 24 May.[42]